De twee volgende nieuwbouwschepen die CLdN op de Noordzee zal inzetten, zullen op lng kunnen varen. De roroschepen zullen in Zeebrugge of Rotterdam gebunkerd worden door trucks, omdat de lng-tanks op een rorodek komen te staan.
De Luxemburgse rederij CLdN Ro-Ro (Cobelfret) beschouwt vloeibaar aardgas al langer als de maritieme brandstof van de toekomst. De eerste zes schepen uit een in 2015 aangekondigd ambitieus vlootuibreidingsprogramma, dat twaalf schepen omvat, werden dan ook geconcipieerd als ‘lng ready’ om een latere retrofit te vergemakkelijken.
De volgende twee roroschepen met een capaciteit van 5.400 lijnmeter die de Zuid-Koreaanse scheepswerf Hyundai Mipo Dockyard voor CLdN mag bouwen, worden uitgerust met een scheepsmotor van MAN, die zowel gewone bunkerolie als lng kan verbruiken.
Bevoorrading
De overschakeling op lng impliceert dat de rederij in de basishavens Zeebrugge en Rotterdam een lng-bevoorradingsketen moet organiseren. Bij roroschepen is dat veel gemakkelijker dan bij containerschepen, omdat de lng-tanks op het hoofddek worden geplaatst. Dat maakt bunkering door vrachtwagens of binnenschepen relatief eenvoudig. Roroschepen maken ook relatief korte overtochten, waardoor de brandstoftank voor het vloeibaar gas slechts 320 kubieke meter groot hoeft te zijn. CLdN stelt dat een overschakeling op lng zal leiden tot een daling van de CO2-emissies met 24% en een vrijwel gehele eliminatie van de zwaveluitstoot.
CLdN’s nieuwbouwprogramma omvat de ‘Celine’ en ‘Delphine’, die met een garagecapaciteit van 7.800 lijnmeter momenteel de grootste shortsea roroschepen ter wereld zijn. Met de ‘Hermine’ nam de rederij deze maand een vierde nieuw schip met een capaciteit van 5.400 lijnmeter in de vaart. De optie voor de twee nog te bouwen zusterschepen op lng bij Hyundai Mipo werd op 10 juli gelicht.
Stefan Verberckmoes